Mensen met een depressieve stemming interpreteren en bewaren het verleden op een andere manier dan hun gezonde leeftijdsgenoten. Het autobiografische geheugen van mensen met een depressieve stemming kent valkuilen die leiden tot een verhoogde kwetsbaarheid:
- Mensen met een depressieve stemming hebben doorgaans een vlottere toegang en een grotere neiging tot het ophalen van negatieve herinneringen waardoor ze uitgesproken somber naar zichzelf, de wereld en naar de toekomst kijken.
- Een tweede valkuil laat zich kennen door positieve herinneringen met weinig details en van levendigheid ontdaan.
- Mensen met een depressieve stemming hebben een overdreven neiging om het verleden te vertalen in gegeneraliseerde, overkoepelende termen en thema’s die vooral negatief van aard zijn.
- Een vierde geheugenvalkuil zorgt ervoor dat emotionele ervaringen, zowel positief als negatief, voornamelijk vanuit een afstandelijk perspectief en een observerend standpunt beleven.
Deze vier geheugenvalkuilen bemoeilijken telkens de toegangsweg tot zelfversterkende, positieve ervaringen. Op die manier wordt er een belangrijk mechanisme geblokkeerd voor het reguleren van emoties, wat ervoor zorgt dat mensen minder goed kunnen omgaan met dagelijkse uitdagingen en beslommeringen. Gesprekken met een deskundige kunnen ervoor zorgen dat mensen met een depressieve stemming deze geheugenvalkuilen leren omzeilen.